Bijna elke vierkante kilometer van de uiterwaarden van de IJssel kent hij als zijn broekzak. Gebiedsconciërge Erik Kleinluchtenbeld waakt over de IJssel. Onze IJssel gaat met hem op pad voor een kennismaking met zijn werk.
Erik Kleinluchtenbeld parkeert zijn auto op een landweggetje vlak achter de dijk in Giesbeek bij een bordje ‘Valeplas’. ‘Hier staat het vaak vol met auto’s van sportvissers met een Duits kenteken’, zegt hij. De oude zandwinplas staat in open verbinding met de IJssel en is geliefd bij hengelsporters; net als de oever van de rivier op deze plek.
Wekelijks maakt Erik Kleinluchtenbeld hier een wandelrondje. Hij checkt de veiligheid van scheefgezakte bomen; of er zwerfafval ligt en hoe het staat met een noodbrug. ‘Hier ligt een oude duiker die op instorten staat. Die hebben we afgesloten voor het publiek, want het is een geliefd wandelrondje en de duiker werd te gevaarlijk. Naast de oude duiker hebben we een stalen noodbrug neergelegd.’ Van de brug maakt hij foto’s; net als van andere plekken die hij onderweg tegenkomt. Die foto’s plaatst hij meteen in het iASSET-asysteem van IJsselwaarden, plus aanvullende informatie. ‘Zo houden we bij wat er gebeurt en verandert in de uiterwaarden van de IJssel. Dan weten we beter wanneer er een moment komt dat we moeten ingrijpen.’
Gebiedsconciërge Erik Kleinluchtenbeld is in dienst van Brunel, een bedrijf dat samen met Dura Vermeer verantwoordelijk is voor het beheer en onderhoud van de uiterwaarden van de IJssel. Dat onderhoud en beheer vindt plaats onder de vlag van ‘IJsselwaarden’. Het is een zogeheten samenwerkingscontract met Rijkswaterstaat. ‘Onze opdracht is om de uiterwaarden veilig te houden en om natuurdoelstellingen voor de uiterwaarden vorm te geven’, vertelt Kleinluchtenbeld.
‘Ik zie mezelf als een toezichthouder namens Rijkswaterstaat.’ Zelf optreden tegen mensen die iets doen dat tegen de regels ingaat, mag hij niet. Als hij iets ziet wat niet in de haak lijkt, belt hij handhavers van Rijkswaterstaat, de sportvisserij of de plaatselijke gemeente. ‘Ik ben een beetje ook hun ogen en oren in het gebied.’
Bijna dagelijks is hij ergens langs de IJssel te vinden. Zijn streven is om wekelijks de hele IJssel langs te rijden om te zien hoe het gebied erbij ligt. ‘Als er een boom is omgevallen die in de weg ligt of een hek scheefgezakt, dan kom ik in actie. Kleine klusjes los ik zelf op, zoals het herstellen van een raster of het opruimen van zwerfafval.’ Op zijn rondes langs de rivier heeft Erik bijna altijd een afvalgrijper mee en een vuilniszak.
Graafschade van bevers houdt hij ook in de gaten. ‘Als ik wat bijzonders zie dan maak ik daar foto’s van. Die stuur ik door naar onze ecoloog. Alle beverburchten in de uiterwaarden proberen we in beeld te hebben.’
"Als er een boom is omgevallen die in de weg ligt of een hek scheefgezakt, dan kom ik in actie"
De hoogte van begroeiing houdt hij in het oog en hij controleert rivierhout. Dat zijn vastgelegde boomstammen in nevengeulen met als doel om de ecologische waarden en de soortenrijkdom van de riviernatuur te vergroten. De boomstammen liggen op een betonplaat aan een ketting, om te voorkomen dat ze de rivier in drijven en schadelijk zijn voor de scheepvaart. ‘Ik houd in de gaten of het rivierhout veilig in de geul op de plek blijft liggen.’
Het afkalven van oevers volgt hij ook nauwgezet. Zijn collega’s kunnen dan bepalen wanneer er zand aangevuld moet worden. ‘Bepaalde kades mogen niet doorbreken, want dat levert risico’s op. Daar ben ik scherp op. Anderen kunnen dan bepalen of ze in actie komen.’
Als geboren inwoner van Twente is hij niet opgegroeid met de IJssel. Maar na drie jaar werken met de IJssel heeft de rivier zijn hart gestolen. ‘Het is een machtig vriendelijke rivier, waar over het algemeen aardige mensen langs wonen. Ik vind het meevallen met de rommel en het zwerfafval. Op vakantie zag ik een keer hoe smerig de Nijl was. Daarbij vergeleken is de IJssel schoon met zwerfafval op de oevers.’
‘Kijk daar hebben we onze vrienden. Ze steken hun kopje nog maar een heel klein stukkie boven de grond.’ Met gezonde zelfspot maakt Erik Kleinluchtenbeld een foto van een plukje Japanse duizendknoop naast het wandelpad in de uiterwaarden van Giesbeek. Deze invasieve exoot wordt op een paar plekken langs de IJssel bestreden met electro-shocks. ‘Met een apparaatje zetten ze 3.000 tot 5.000 volt op een plantje, waardoor de celwanden afbreken. Het is een intensieve methode, maar het lijkt effectief te zijn in onze gebieden. Het is een proef om te zien hoe het werkt.’
Na een rondje door de uiterwaarden bij Giesbeek, rijdt Kleinluchtenbeld naar Leuvenheim. Ook daar volgt een controle-ronde door de uiterwaarden. Daarna gaat de rit naar Cortenoever. Op de neus van zijn dienstauto is een afbeelding van een anjer bevestigd. Een symbool waarmee Kleinluchtenbeld laat zien dat hij een geschiedenis met zich meedraagt. Als dienstplichtig militair is hij uitgezonden naar Bosnië. Daar kwam hij onder vuur te liggen tijdens een mortieraanval. Het tekende zijn verdere leven. Hij kwam in Nederland terug met een oorlogstrauma, liep mentaal vast, zocht hulp en bracht zijn leven weer op de rails door gesprekken met een psycholoog. Het voedde de zachte kant van zijn persoonlijkheid.
Die is soms wat verder weg als Erik zijn grote liefde naast zijn vrouw praktiseert: wedstrijden bezoeken van voetbalclub FC Twente. Erik Kleinluchtenbeld hoort bij de trouwste fans en staat op de tribune bij de harde kern, al gedraagt hij zich niet als hooligan. Hij heeft zelfs een hekel aan dat woord. Geen wedstrijd slaat hij over; zelfs niet in een uithoek van Europa als FC Twente Europees voetbal speelt. Voor FC Twente gaat hij door dik en dun.
"Ik heb een fantastische baan"
Doordeweeks draait het om de IJssel. ‘Ik heb een fantastische baan’, glimlacht Erik Kleinluchtenbeld, terwijl hij een oever met nieuwe stortstenen op de foto zet. ‘Ik ben heerlijk buiten. Ik mag in mijn eentje alle uiterwaarden van de IJssel in de gaten houden. En ik werk met fijne collega’s. Wat wil je nog meer.’
BRON: Onze IJssel door Wim Eikelboom
Onze IJssel - Onze IJssel